“Ik voel me zo alleen”, is een uitspraak die ik zo veel hoor van de mensen die komen spreken met mij. Het lijkt een fundamenteel basisgevoel te worden van zovele jongeren (en ook ouderen) die twijfelen aan zichzelf, die twijfelen aan wat ze betekenen voor anderen. En zelfs al ben je niet “echt” alleen en word je omringd door betrokken familieleden en vrienden, het is dat knagende gevoel dat op je kan vallen als je alleen op je kamer bent, als je probeert in te slapen in die donkere kamer, als je alleen over straat loopt . En het is dat gevoel dat zich kan vast zetten in je hoofd, onder je vel, in heel je manier van zijn. En het geraakt daar niet weg. Eigenlijk wil je heel de tijd onder mensen zijn, wil je leven rond je voelen, wil je dat er iemand is die blijft zeggen voor jou: “je bent niet alleen, ik ben er voor jou”. En tegelijk weet je dat dit onmogelijk is. Je kan niet voortdurend in gezelschap zijn van iemand. Soms weet je dat je moet verdragen dat je alleen bent. Maar alleen zijn is soms echt lastig om te verdragen.
Alleen zijn behoort eigenlijk tot “ la condition humaine”. Met andere woorden: als je mens bent, dan weet je dat je ook vaak alleen zal zijn. Je kan hieraan niet ontsnappen. En ja, er zijn heel veel trucs om het “eenzaamheidsgevoel” weg te krijgen: de man die probeert nooit alleen te zijn en zich steeds omringt met mensen, de adolescente die feest tot zij erbij neervalt, de peuter die vooraleer hij gaat slapen zijn ouders overstelpt met vragen en wensen, de persoon die op het einde van een gesprek nog steeds iets heel belangrijks wil toevoegen zodat het gesprek niet moet stilvallen en stoppen… Iedereen kent zijn eigen arsenaal aan anti-alleen-zijn-middelen. Maar de beste truc blijft toch beseffen dat jijzelf je eigen beste gezelschap zou kunnen zijn. Graag samen zijn met jezelf. En aan jezelf kan je nooit ontsnappen, waardoor je nooit meer hoeft echt alleen te zijn. Want ja, je hebt toch altijd jezelf. Dus kom maar op met dat gezonde en hoogstnodige narcisme en verban alle allenige gedachten uit je hoofd. En hou ondertussen in je hoofd vast dat er mensen blijven bestaan voor jou, zelfs al zijn zij niet altijd onmiddellijk en direct bij je, hou het beeld van hen vast zonder dat ze er “live” zijn… Hans De Baene
0 Reacties
Ze zit ineengeplooid als een verfrommeld papier tegenover mij in de zetel. “Ik ben niet mooi”, zegt ze, “Ik wil mezelf helemaal veranderen”. Bij de lange lijst die ze opsomt met onvolmaaktheden van zichzelf haalt ze aan dat het putje in haar kin haar mateloos irriteert. Het moet weg, het maakt haar mee ongelukkig, het zorgt er voor dat ze haar lichaam niet aanvaardt en soms wil stuk maken.
En ik denk, misschien is dit soms wel de druk die wij onszelf opleggen. De onvolmaaktheden moeten weg, alle putjes moeten gevuld worden, de oneffenheden moeten effen gemaakt worden. We moeten perfect zijn. Maar wie zegt dit? Wie bepaalt wat kan en wat niet kan, wat mooi en wat niet mooi is? Misschien moeten we net van onze putjes en onze “oneffenheden” ons handelsmerk maken. Het maakt ons net uniek, met een putje, met een hoek af, met onregelmatigheden. Mensen zijn geen gestroomlijnde robots. En ook dit ineengezakt meisje ijvert voor haar vrijheid, voor haar zelfstandigheid, voor haar niet-in-de-lijn-moeten-lopen. En toch legt ze het zichzelf op, maakt ze soms een robot van zichzelf, een robot die moet gelijk zijn aan de anderen. Laat de robotten maar weer menselijk worden, moedig ik haar aan. En ik denk aan de woorden van Charlie Chaplin in The Great Dictator, een filmpje uit – hou je vast - 1940 : “Machine men, with machine minds and machine hearts! You are not machines, you are not cattle, you are men! You have the love of humanity in your hearts. You don’t hate: only the unloved hate, the unloved and the unnatural. Soldiers, don’t fight for slavery, fight for liberty! You the people have the power, the power to create machines, the power to create happiness! You the people have the power to make this life free and beautiful, to make this life a wonderful adventure! Then, in the name of democracy, let us use that power. Let us all unite! Let us fight for a new world, a decent world . . .”. Wijze woorden op de vooravond van een wereldoorlog. Maar laat er nu maar eerst een oorlog woeden van tegenstrijdige ideeën in het hoofd van dit meisje, van alle meisjes die zichzelf soms willen weggooien. En nog een tip voor hen allemaal: Laat de vrijheid winnen aub! Hans De Baene, april 2016 |