Je verwondt jezelf misschien sinds kort, of al een lange tijd, en je weet eigenlijk echt niet met wie je daarover kan praten. Niemand weet het, misschien wel enkele vrienden of vriendinnen, maar niemand die professionele hulp kan bieden. Naar de huisarts gaan is niet zo simpel omdat je ouders of voogd het dan te weten komt. Op school een gesprek aangaan is ook niet gemakkelijk, want wat gaan de klasgenoten denken als je plots uit de les verdwijnt? En het vertellen aan je ouders, dat zie je zéker niet zitten.
Ik herken dit probleem helemaal. Ik was zelf dertien toen ik mezelf begon te verwonden. Het eerste anderhalf jaar heeft niemand dit geweten. Dat was de meest eenzame periode van mijn leven. Ik had het zo graag tegen iemand willen zeggen, maar ik wist niet tegen wie. Ik wist ook helemaal niet hoé ik zoiets aan de man moest brengen. ‘Met mij gaat alles goed, ik ben dit weekend wezen paardrijden en daarna naar mijn grootouders gegaan. Ik heb gebabysit op mijn kleine nichtje en trouwens, ik verwond mezelf’. Voor een situatie als bovenstaande was ik bang. Om té awkward over te komen. En om in een psychiatrisch ziekenhuis opgesloten te worden, dat ook. Om niet meer naar school te mogen. Om gepest te worden. Om als gek bekeken te worden. Enzovoort. Ik durfde het tegen niemand zeggen uit angst voor alle situaties die ik hier benoem. Na anderhalf jaar is mijn zelfverwonding op een heel toevallige manier aan het licht gekomen, en dat was erg gênant. Alle middelen werden ingezet: de leerlingenbegeleider, de CLB-medewerker, een ziekenhuispsycholoog,… Ik wou dit helemaal niet. Ik had liever zelf bepaald wanneer ik het zei en tegen wie. Maar omdat het na zo’n lange tijd zo plots aan het licht kwam, verloor ik de remmen precies. Het stuur van mijn eigen keuzevrijheid. Als ik het nu opnieuw zou doen (en ik kan veel als-en, maar kan het helaas niet opnieuw doen), dan had ik het vroeger tegen iemand verteld. Misschien al tijdens de eerste dagen of weken. Alleen was ik bang. Tegen wie moest ik dit in hemelsnaam vertellen? En hoe? Via een brief? Persoonlijk? In woorden of via een e-mail? Ik wist het niet. Daarom zweeg ik anderhalf jaar lang. Nu is dit tien jaar geleden en vind ik het jammer dat ik toen niet wist waar en hoe hulp te vinden. Ook voor jou moet het vast lastig zijn om dit tegen iemand te vertellen. Toch kunnen we je aanraden om er niet alleen mee te blijven zitten. Daarvoor ben ook jij veel te waardevol. Ook jij verdient hulp, echt wel. Alleen is ook maar alleen… Praten is belangrijk. En daarvoor kan je bij de volgende instanties of mensen terecht. Je ouders. Misschien is dit de engste stap van allemaal. Maar het tegen je ouders of voogd vertellen, kan écht opluchten. Je bent misschien bang voor hun reactie. Voor schrik, wanhoop of zelfs kwaadheid. De eerste reactie van ouders is natuurlijk bij elke ouder/voogd verschillend. Maar toch raden wij je aan het echt te proberen. Desnoods via een brief. Je kan dit. Samen kun je dan naar hulp zoeken. De huisarts. Als je het echt niet durft vertellen tegen je ouders, kan je misschien bij een arts terecht die je vertrouwt, bijvoorbeeld je vaste huisarts. De huisarts kan samen met jou kijken welke verdere hulp aangewezen is. En maak je geen zorgen, ze zullen je heus niet van de ene dag op de andere naar een psychiatrisch centrum in the middle of nowhere brengen. ;-) De leerlingenbegeleider of een vertrouwensleerkracht. Misschien heb je een leraar wiskunde die je vertrouwt, of is er een leerlingenbegeleider bij jou op school. Ook met deze mensen kun je altijd een gesprek aanvragen om te vertellen wat er aan de hand is. Zij maken dit vaker mee, en zullen samen met jou de gepaste hulp vinden, bijvoorbeeld het CLB. Het CLB. Bij het CLB kan je terecht voor al je vragen en problemen, ook op emotioneel vlak. Je kan met hen chatten, mailen, of een afspraak maken op school of in het CLB zelf. In je schoolagenda kleeft vaak een sticker met wie de CLB-medewerkers zijn op school. Het JAC. Het Jongeren Advies Centrum is een jongerendienst van het CAW (centrum algemeen welzijnswerk). Bij het JAC kan je gratis en anoniem terecht met al je vragen en problemen omtrent wonen, werken, liefde, seksualiteit, maar ook met hele gevoelige zaken zoals zelfverwonding. Deze mensen zijn er specifiek voor opgeleid samen met jou te kijken wat kan helpen. Wij van Verwonderd raden je alvast aan er met iemand over te praten. Zodat je geholpen kunt worden om door deze moeilijke periode te komen. Kijk zeker ook eens op onze pagina’s ‘nuttige adressen’ en ‘voor jongeren’. Liefs Verwonderd
1 Reactie
Vandaag had ik het erover met de huisarts, dat de omgeving vaak wordt vergeten bij mensen met psychische problemen. Ook bij zelfverwonding is dit vaak het geval. In ziekenhuizen en psychiatrische centra gaat het vaak om de persoon zelf, en wordt de familie hier weleens bij vergeten.
Zelf waren er wel gezinsgesprekken, toen ik als puber in een psychiatrische kliniek verbleef. Maar deze waren heel beperkt. Wij waren een ogenschijnlijk ‘normaal’ gezin, ik zet hierbij normaal tussen aanhalingstekens, want wat is normaal in hemelsnaam? Ik bedoel gewoon: mijn ouders zijn nog steeds getrouwd, alle kinderen woonden thuis. Er was geen jeugdrechter, er waren geen pleeggezinnen. Niet dat ik gezinnen veroordeel waar het anders is, maar omdat wij zo’n gewoon gezinnetje leken, waren er enorm weinig gezinsgesprekken bij ons. En werden mijn ouders niet zo nauw betrokken bij mijn behandeling. Natuurlijk was dit niet overal zo. Ik ben ooit in een kliniek geweest waar het elke veertien dagen ‘oudergesprek’ was. Maar die gesprekken waren dan zo op mijn ouders gericht dat ik er zelf weinig aan had. Echt gezinsgesprekken die voor beiden nuttig waren, hebben we niet echt gekend. Nu ik wettelijk samenwonend ben, is het van hetzelfde laken een broek. De therapieën draaien vooral over mij, en weinig over mijn vriend. Natuurlijk is het belangrijk dat ik zelf de beslissingen neem. Maar het zou fijn zijn als mijn vriend net iets meer betrokken werd bij alles. Volgens mij voelt de omgeving van iemand die zichzelf verwondt zich vaak eenzaam, onbegrepen en machteloos. Volgens mij krijgen ze weleens te maken met ‘blame the parents’, en natuurlijk ook de andere omgeving. Want het moet vreselijk zijn om met zo’n schuldgevoel rond te lopen. Dat je weet dat je kind/partner/… zichzelf verwondt, maar je er weinig aan kan doen. En vaak krijgen de ouders, verder familie,… de schuld en dit is natuurlijk zonde. Mijn vriend ervaart dit wel. Nog steeds is hij bang om het huis te verlaten en mij alleen thuis te laten. Nog steeds vreest hij dan voor wonden, of erger, om mij levenloos aan te treffen. Hij is telkens bang om mij alleen te laten, of mij alleen ergens heen te laten gaan. Een keer was ik door een misverstand een uurtje ‘vermist’, ik stond gewoon op de verkeerde plaats te wachten omdat ik de weg nog niet goed kende in onze nieuwe woonplaats, en dan heeft hij zelfs de spoorwegpolitie aangesproken omdat hij zo bang was. Ik begrijp hem wel natuurlijk. Wij met Verwonderd willen ook aan de familie denken, ouders, broer, zus, grootouders, en natuurlijk ook aan de partner van iemand die zichzelf opzettelijk verwondt. Dus ouders, partners, vrienden, vriendinnen: mail ons gerust met al jullie vragen en bedenkingen. Wij zijn er ook voor jou. En misschien komt er ooit wel een onderdeel van Vewonderd voor omstanders. Dit staat zelfs nog niet in de kinderschoenen, is eerder een zygote. Maar we denken er wel aan. Lieve omstanders, wij vergeten jullie niet. Liefs Verwonderd Dag Lieve Wereld,
Er is een verhaal dat ik jullie graag wil vertellen. Het kost me veel moeite om dat te doen, maar toch vind ik het belangrijk. Het is mijn verhaal, en hoewel elk verhaal anders is, zal het toch voor vele ook herkenbaar zijn. Helaas. Ik hoop dat door dit te vertellen, anderen de kracht hebben om te blijven geloven en door te gaan. Ik hoop ook dat het anderen hun ogen opent en het zorgt voor meer begrip. Ik hoop dat het taboe door mijn verhaal verkleind wordt. Mijn verhaal gaat over zelfverwonding. Ik verwond mezelf al een hele tijd. Sinds ik 14 jaar was, wat al 8 (bijna 9) jaar is. Hoewel het inmiddels nog maar heel weinig voorkomt, heb ik niet het gevoel dat ik volledig hersteld ben. Het is iets wat nog vaak in mijn gedachten zit. Ik verwond mezelf in periode van heel veel stress. Alles voelt dan te overweldigend aan waardoor ik soms geen andere manier kan bedenken. Hoewel ik daar altijd enorm veel spijt van heb nadien. Voor mij is het begonnen na traumatische gebeurtenissen, eveneens toen ik 14 jaar was. Daar gaat mijn verhaal echter niet om. De aanleiding en de reden van zelfverwonding kunnen bij iedereen anders zijn. Ik wil vandaag echter schrijven over aan zelfverwonding doen en een toekomstige hulpverlener zijn. Ik ben namelijk zelf nog maar net afgestudeerd als jonge hulpverlener. Al voelt dat soms niet zo. Soms ben ik bang dat anderen me niet zullen zien als een volwaardige hulpverlener net omdat ik mezelf verwond. Er hangt, misschien meer dan in andere sectoren, een schaamtegevoel, een taboe, rond hulpverlener zijn en zelf moeilijkheden ervaren zoals zelfverwonding. Dit zorgt voor een tweestrijd in mezelf. Ik richt mee een vereniging op die zich wil inzetten om mensen te ondersteunen die op welke manier dan ook in aanraking komen met zelfverwonding. Lotgenoten, vrienden, familie, leerkrachten, opvoeders, hulpverleners… Alleen kan ik er niet open over zijn dat ik zelf een lotgenoot ben. Waarom niet? Goede vraag. Het wordt afgeraden want wat zal je toekomstige werkgever van je denken als hij lotgenoot of ervaringsdeskundige bij jouw naam vindt wanneer hij je naam in Google intypt na je sollicitatie. Dat je een gezonde en capabele werknemer bent, die met stress kan omgaan? Dat denk ik niet. Nee, de kans dat je de job niet krijgt zal wel wat kleiner worden. Dat is toch wat ik wel eens te horen heb gekregen. Sinds ik een hulpverlener ben, vind ik dat heel jammer. We willen mensen helpen, ondersteunen, laten zien dat ze niet perfect hoeven te zijn. Maar wanneer wij onszelf kwetsbaar opstellen en tonen dat wij ook een menselijke, imperfecte kant hebben dan kunnen we misschien toch geen goede hulpverleners zijn. En dus kom ik er niet voor uit. Ik wil een goede hulpverlener zijn, maar dat gevoel en het taboe rond zelfverwonding mee doorbreken op een eerlijke en authentieke manier lijken niet samen te gaan. Het lijkt erop dat ik moet kiezen. Het ene verbergen om het ander te kunnen behouden. Vandaag wil ik dat niet meer doen. Ik wil laten zien dat ook hulpverleners mensen zijn, met goede en minder goede kanten. Dat zij soms niet zoveel verschillen van de mensen die naar hun toe stappen om hulp te vragen. Dat het niet wij en de andere zijn. Maar dat het iedereen samen is. ~ to be worthy does not mean to be perfect ~ Daarom, lieve wereld, zou ik willen vragen dat ook hulpverleners meer open kunnen zijn over hun menselijke kant. Dat zij niet de druk hoeven te voelen om perfect te moeten zijn, om anderen te kunnen helpen. Daarom vertel ik vandaag mijn verhaal als jonge hulpverlener met een eigen verleden, heden en toekomst. Een verhaal van een nieuwe hulpverlener die ervaring heeft met zelfverwonding. Hopelijk het verhaal van een hulpverlener die kon duidelijk maken dat ook wij imperfecte, maar waardevolle mensen zijn die goed kunnen zijn in wat ze doen. ~ without imperfection, neither you nor I would exist ~ Stephen hawking - Door Dorien Het cliché over Instagram is dat er enkel plaatjes van voeding, selfies en foto’s van magere modellen worden gepost. Dit is namelijk niet zo. Op Instagram heerst er een groot geheim: de secret accounts.
Een secret account is een profiel op Instagram, die meestal benut wordt door mensen met psychische problemen. Er kunnen leuke zaken op gepost worden: zoals foto’s van hoe goed je wel niet aan het eten bent. Posts over hoe trots je bent op jezelf dat je je al een hele tijd niet meer verwond hebt. Maar er worden ook destructieve zaken op gepost. Zelf maakte ik zo’n secret account aan om mijn verhaal te delen, in goede en kwade tijden. Ik zorgde ervoor dat het een privé-account was zodat latere werkgevers en verre kennissen me niet konden volgen. Zelf postte ik mijn verhaal op dit account. Als ik me goed voelde, dan postre ik dit met een leuke foto. Als ik er slecht bij zat, dan probeerde ik mijn verhaal te vertellen. Maar ik triggerde jongeren nooit of te nimmer. Dat is net het probleem met die secret accounts op social media: de triggers. Niet zelden zijn er meisjes of jongens die foto’s van opengereten armen posten. Er worden ook foto’s van ziekelijk dunne meisjes geplaatst. En het ergst van al is dat er soms tips worden gegeven om jezelf erger te verwonden. Natuurlijk is het bezoeken van deze accounts afgeraden. Je geraakt er in de put door, krijgt allerlei destructieve adviezen die je enkel de dieperik in helpen. Je wordt er nog verdrietiger van en krijgt nog meer drang om jezelf kwalijk te verwonden. Maar natuurlijk kunnen zo’n secret accounts ook wel goed zijn. Wat zou het goed zijn moesten mensen met psychische problemen zo’n accounts hebben, louter om elkaar te motiveren en de positieve dingen aan zichzelf en anderen te benadrukken. Puur om elkaar moed en constructieve tips te geven. Natuurlijk hoeft het niet allemaal peis en vree te zijn: je mag weleens posten als je je slecht voelt. Maar probeer elkaar niet te triggeren. Post geen foto’s van je verwondingen of pleisters. Toon niet het materiaal waarmee je jezelf verwond hebt. Dit geeft anderen alleen maar destructief advies, ook al bedoel je dit helemaal niet zo. Ik moedig jullie natuurlijk allemaal aan om social media te gebruiken. Maar doe het op een constructieve manier, ook met secret accounts. En als je een triggerende foto ziet, blokkeer deze persoon dan en/of rapporteer hem of haar. Ik weet dat eigenaars van die accounts kwaad zijn als je hen rapporteert. Maar doe het voor hun bestwil, je eigen goed en dat van je medemens. Niemand wordt geholpen door triggerende foto’s en teksten te zien. - door Julie Mensen hebben weinig geduld. Vandaag, nu mijn trauma’s in een ver verleden liggen, hebben mensen weinig begrip. ‘Wanneer ga je je verleden nu eens verwerken?’, vragen ze dan. Of zaken als: ‘Je trauma’s zijn van een vorige eeuw, geef ze niet zoveel ruimte’. Maar men zegt ook dingen als: ‘Voel je je nu nog steeds niet beter?’. Of: ‘Wil je je wel beter voelen?’. En dat kwetst.
Ik wil me zeker en vast beter voelen. Ik wil er alles aan doen om mijn trauma’s en jarenlange zelfverwonding, depressies en angsten te verwerken. Maar zo simpel is het niet. Ik ben gedurende negen jaar zwaar getraumatiseerd geweest. En op mijn dertiende was ik al depressief. Zoiets gaat niet snel voorbij. Zo’n dingen verwerk je niet snel. Zo is het ook met vriendschappen. Toen de trauma’s nog een geheim waren, had ik relatief veel vrienden. In het tweede middelbaar had ik altijd wel iemand om op terug te vallen en om plezier mee te maken. Het is slechts later, toen ik écht depressief werd, dat de mensen wegliepen. Men geraakte mij en mijn neerslachtig gemoed beu. Mijn vrienden konden geen geduld meer opbrengen voor mijn jarenlang leed, en haakten af. Dit deed ongelooflijk veel pijn. Zeker omdat ik niet koos voor dat leed. Voor mij is het normaal dat trauma’s, depressies, angsten, noem maar op, een jarenlang proces van verwerken zijn. Beter worden gaat nooit snel. Er bestaat geen wonderbaarlijke kuur voor psychische problemen en er is geduld nodig. Geduld dat vrienden en familie vaak niet kunnen opbrengen. Volgens mij is dit omdat we in een ‘vind ik leuk’ maatschappij leven. Op Facebook en Instagram worden bijna altijd leuke zaken gepost. Foto’s en teksten over etentjes, vrienden, zomerfestivals,… En als je je slecht voelt en het niet kan opbrengen om al deze fijne zaken te doen, dan val je uit de boot. Niemand schrijft een bericht op Facebook om te zeggen hoe rot hij of zij zich wel niet voelt. Het moet altijd leuk zijn. De meeste vrienden, de meeste volgers en de meeste likes. Zelf kan ik niet aan dat dogma voldoen. Ik kan niet altijd zaken posten die leuk zijn. Soms voel ik me gewoon te slecht om fijne zaken te doen met vrienden. De vrienden die zijn overgebleven toch. Gelukkig zijn er nog een paar vrienden die nooit zijn weggelopen. Gelukkig heb ik die paar échte vrienden die er altijd zullen zijn. En dat doet me ongelooflijk veel deugd. Want in tijden van verdriet ontdek je wie je echte vrienden zijn. Aan de lezers van Verwonderd wil ik het volgende zeggen. Voel je niet slecht als vrienden afhaken, dit zegt meer over hen dan over jou. Probeer je te blijven engageren om leuke dingen te doen. Jezelf plezier te gunnen. En vooral: geef jezelf tijd. Neem de tijd, de tijd is altijd vrij. Julie Beirens Je voelt je vaak slecht in je vel. School, (studenten)werk, vrienden,... Iedereen heeft grote verwachtingen en er zit geen rechte lijn in je leven. Je weet niet waar je heen gaat en waar alles zal eindigen. Welk beroep je zal uitoefenen of welke studies je zal doen. Je weet niet eens of je zal slagen op school of deze richting zal kunnen blijven volgen. Daarnaast hebben vrienden heel wat invloed op je en hebben ook zij grote verwachtingen. Ze willen altijd afspreken en jij bent liever alleen. Je durft geen neen zeggen en wordt misschien zelfs soms gepest. Vaak voel je je eenzaam. En soms denk je eraan jezelf te verwonden. Je hoort erover op sociale en andere media en je wil het eens proberen. Zou het opluchten? Die ene kras? Dat ene minuscule littekentje dat vast niemand zal opmerken? Want ook in de turnlessen zou niemand het zien, één wondje. Het kan ook door de kat komen. Niemand zou het merken, alleen jij zou ermee zitten. En na één kras zou je het vast stoppen. Ja? Neen. Het blijft niet bij één kras. Het wordt een echte verslaving. Na één kras, wil je al snel opnieuw dat gevoel van opluchting ervaren. Zo gaat het verder. Kras na kras na kras. Op de duur gaan mensen het merken: mensen die je graag ziet en die om jou geven. Want ze zien dat je altijd je lichaam bedekt. Ze stellen zich vragen en al vlug merken ze het. En op de duur zijn krassen niet meer genoeg. Het moet steeds erger en dieper zijn om dat gevoel van opluchting te ervaren. Al snel krijg je littekens over gans je lichaam. Littekens die niet meer te verbergen zijn. Ook niet als je op een gegeven moment verliefd gaat worden, en deze lijnen op je huid zal tonen aan iemand die je graag ziet. Krassen worden lelijke snijwonden. Het gaat je leven beheersen. Je kan geen minuut meer aan iets anders denken en je blijft ermee in je hoofd zitten. Waar kan je snijden? Op welke plaats zal niemand het zien? Je gaat je ouders, broers, zussen en vrienden om de tuin leiden om toch maar te kunnen snijden. Kleine smoesjes worden grote leugens en op de duur zit je vast. Je schoolse resultaten gaan erop achteruit. Want je denkt aan niets anders meer dan snijden. Schooljaren gaan al snel over in tweede zit en voor je het weet zit je jaren achterop op je klasgenoten. Alleen door het snijden. Door iets wat aanvankelijk als één kras begon. Iets waar je zeker mee kon stoppen. En dan ga je te ver. Dan zit de kans erin dat je sterft als je jezelf nog verder verwondt. Dit was niet wat je wou. Het enige wat je wou, was één kras, toen je je jaren geleden voor het eerst verwondde. Het enige wat je wou voelen, was die opluchting. Het gevoel dat je even kon ademen tussen alle pijn en stress door. Lange mouwen worden een vast onderdeel in je garderobe. Naar het strand gaan wordt steeds moeilijker. En op een gegeven moment ben je bang om dood te gaan. Om niet meer te leven na die ene te diepe of te erge snee. Het snijden is geen onderdeel meer van je leven, maar is je leven geworden. Je leeft om te snijden. Ademt om te kunnen snijden. En voor je het weet, zit je vast. Muurvast. Want het enige wat je wou, was de verlichting van één kleine kras. Het enige wat je wou, was een gevoel van rust. En nu, al die jaren later, ga je dood aan het snijden. ****** Zo ging het bij mij. Ik was dertien en maakte een eerste kras. Ik dacht dat het bij één keer ging blijven. Tot ik bijna stierf door de zelfverwonding. Terwijl ik niet eens dood wou. Zelfverwonding was m'n leven geworden. Ik was niets meer dan dat. Wij van Verwonderd veroordelen niemand die zichzelf verwondt of hiermee wil beginnen. Het enige wat we wille zeggen is: denk er eens over na. Denk er heel goed over na voor je die eerste kras maakt. Want voor je het weet, wordt het je leven. Klopt je hart enkel nog om te kunnen snijden. En dat zou heel zonde zijn voor jou. Want jij mag er zijn. - door Julie Beirens Wie vragen heeft bij deze blog mag ons altijd mailen. ([email protected]). Je kan ook altijd terecht bij Awel op het nummer 102 of bij Tele-Onthaal op het nummer 106. * En ook aan de jongens die zichzelf willen verwonden Iedereen herkent het wel: je ziet altijd wel iemand die beter is in je hobby, die je slanker of mooier vindt dan jezelf. En voor je het weet ben je jezelf aan het vergelijken met anderen. Onmiddellijk voel je jezelf minder waardevol, of zelfs waardeloos. Of vind je dat je maar niets bent. Je bekijkt Instagram en ziet altijd wel iemand die altijd leuke dingen post, die veel meer plezier heeft dan jij in het leven. En je voelt je slecht. En waarom is dit nodig?
JIJ bent waardevol. Even waardevol als iemand anders. En ook als deze persoon slanker zou zijn of een mooiere huid zou hebben, wat maakt het uit? Wie weet is die andere persoon wel super ongelukkig en vergelijkt zij of hij zich met JOU. Omdat jij er mag zijn. Want jij mag er écht zijn. Jij bent de moeite waard, echt waar. En als je nu wat zwaarder bent, of veel puistjes hebt. Wat maakt het uit? Niemand wordt er ongelukkig van als je jezelf minder perfect vindt dan anderen. Enkel jezelf maak je hiermee ongelukkig. Niemand is perfect. En er zijn wel semi-perfecte meisjes met de leukste boyfriend en de perfecte haren. Maar zijn zij perfect? Neen. Vaak zijn zij zo ongelukkig omdat ze iemand anders willen zijn. Jij bijvoorbeeld. Omdat jij echt bent. Omdat jij er mag zijn. Cijfer jezelf niet weg. Vergelijk jezelf niet met anderen. Jij bent waardevol. Jij bent mooi. Even mooi als iemand anders. En misschien nog mooier. Omdat jij jij bent. En wij zo blij zijn dat jij jij mag zijn. You were born to be real, not to be perfect. Sommige mensen hebben zoveel last van de drang om zichzelf te verwonden, of andere psychische problemen, dat ze moeten opgenomen worden in een psychiatrische kliniek of psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis. Vaak ontmoeten deze mensen dan anderen die zichzelf verwonden. Als je ooit opgenomen bent in een psychiatrisch ziekenhuis, dan leek het misschien alsof je eigen psychische klachten erger werden. Of dat je eigen zelfverwonding erger werd. Als je bijvoorbeeld andere mensen ziet die zichzelf verwonden, dan krijg je soms de drang om jezelf ook erger te verwonden. En dat is helemaal niet zo gek. Veel mensen ervaren dit. Ook ik heb dit meegemaakt.
Ik werd op mijn zestiende opgenomen in een psychiatrische jeugdafdeling waar de meeste jongeren zichzelf verwondden. Deze jongeren kregen dan ook veel meer aandacht van de verpleegkundigen. Als je rustig was en de krant zat te lezen of tv zat te kijken, dan keek begeleiding niet naar je om. Maar als je jezelf verwondde of een eetstoornis had, dan kreeg je plots alle aandacht van begeleiding en groepsgenoten. En daar was ik soms jaloers op. Echte jaloezie kun je dit niet noemen, maar ik voelde wel afgunst tegenover de mensen die risicogedrag vertoonden en daardoor aandacht kregen. En vaak ging ik dan zelf risicogedrag vertonen om gezien te worden. Want ik was tenslotte opgenomen omwille van zelfverwonding en angsten, maar begeleiding had enkel aandacht voor de jongeren die “zwaardere’ problemen hebben. En daardoor was er soms een soort competitie op de afdeling. Soms werden er tips uitgedeeld om zichzelf erger te verwonden, of heerste er een soort wedstrijd. Naar de spoedgevallendienst gaan was ‘cool’, maar lichtere zelfverwonding was helemaal not done op de afdeling. Enkel de mensen die zichzelf heel ernstig verwondden waren cool. Wat eigenlijk heel erg stom is, want zelfverwonding kent niet echt gradaties. Als je jezelf nu oppervlakkig of levensbedreigend verwondt, het blijft even erg. Er waren mensen op de afdeling die relatief 'gezond' opgenomen werden. Ze hadden nog een groot constructief deel in zich. Ze gingen nog naar school, hadden leuke hobby's die ze nog konden beoefenen. En toen zagen ze andere jongeren met een veel zwaardere problematiek, en gingen ze zich ook zo gedragen. Om gezien te worden door de begeleiding. De afdeling waar ik verbleef was ook een duiventil met veel te weinig verpleegkundigen in verhouding met het aantal jongeren. Zo ontstonden veel destructieve bezigheden, zoals die 'competitie in zelfverwonding'. Veel jongeren moesten na verloop van tijd naar een gesloten afdeling. Omdat ze zo'n gevaarlijk gedrag vertoonden. Zelfverwonding is en blijft een probleem, hoe ernstig de gevolgen ook zijn. De innerlijke pijn blijft hetzelfde. Toch was ik op mijn zestiende zo beïnvloedbaar en naïef dat ik mezelf ging vergelijken met anderen. En zo werden mijn klachten erger. Ik ging steeds meer risicogedrag vertonen omdat ik anders niet gezien werd. Ik wou dat mijn problemen erkend werden, en zonder die zelfverwonding had ik dat gevoel niet. Onze raad is om je niet te vergelijken met anderen. En als je nu opgenomen bent of als een opname nodig zou zijn, om dan niet mee te gaan in de groepsdruk. Zelfverwonding is namelijk spijtig. Je draagt de gevolgen voor de rest van je leven mee. Ik ervoer dat mijn problemen erger werden in de kliniek. Dat er een wedstrijd heerste en dat ik erdoor beïnvloed werd. Nu draag ik die gevolgen nog steeds mee. Wij van Verwonderd willen zeker zeggen dat, als je nooit opgenomen bent geweest, dat dit niet betekent dat je zelfverwonding daarom minder ernstig is. Iedere zelfverwonding is ernstig. Ook als je niet opgenomen bent. De zomer en het mooie weer komen er weer aan. Sommige mensen hebben littekens overgehouden aan hun zelfverwonding. Dit is niet altijd het geval: veel vormen van zelfverwonding zijn onzichtbaar. Maar als er littekens zijn als gevolg van zelfverwonding, dan kan de zomer een heel lastige periode zijn. Het mooie weer komt eraan. Iedereen loopt er veel bloter bij dan in de winter. En hoe doe je dat eigenlijk met littekens? Durf jij er net als iedereen zomers bijlopen, of verstop je je liever onder bedekte kleding? Ben je bang dat mensen jeg aan aanstaren en vragen gaan stellen? En hoe doe je het in godsnaam in bijzijn van familieleden? Verwonderd geeft je enkele tips.
Hoe ik het deed? De eerste keer dat ik korte mouwen droeg was toen ik alleen gaan shoppen was. Dit was in een winkelstraat vol onbekenden. Ik lag er minder wakker van omdat ik toch niemand kende. Daarna droeg ik weleens korte mouwen bij vrienden. Zij veroordelen me niet voor m’n littekens. Bij mensen waarbij ik geen korte mouwen durf dragen, ga ik eerder tuniekjes en zaken met lange mouwen over m’n armen doen. Verder ben ik zelfs naar het strand durven gaan. Dit is nu een jaar geleden. Mensen hebben gekeken, maar niet echt negatieve zaken gezegd. Als ik mensen zie staren, zet ik een glimlach op en zeg ik vrolijk: ‘goeiemorgen’. Zo schrikken ze vaak en voelen ze zich beschaamd omdat ze zo staren. Ze kijken dan onmiddellijk naar m’n gezicht en zo is de aandacht ook van mijn armen afgeleid. Nog een belangrijk punt Verzorg je huid en in het bijzonder je littekens goed met zonnecrème met een hoge factor. Je huid is kwetsbaar. En littekens zijn nog kwetsbaarder. Smeren is de boodschap.
|
AuteurSchrijf iets over jezelf. Het hoeft niet heel uitgebreid te zijn, een overzicht is genoeg. Archieven
December 2016
Categorieën |